Visie t.a.v. het fokken
Regels vanuit de rasvereniging
Ik ben lid van de rasvereniging voor (o.a.) de Epagneul Bleu de Picardie, de Epagneul Vereniging Nederland (EVN). Dit betekent dat ik hun regels die zij in het Verenigings Fokregelement hebben opgenomen opvolg, kort samengevat komt het er op neer dat ik:
1. Een teef niet laat dekken door haar opa, vader, (half)broer, zoon of kleinzoon
2. Een reu kies die minstens 24 maanden oud is
3. Een teef pas laat dekken nadat ze 24 maanden oud is, maar voor 72 maanden (als het haar eerste nest wordt) of 108 maanden (indien ze al eerder een nest kreeg)
4. Minimaal 12 maanden tussen twee nesten (van dezelfde teef) heb zitten
5. Alleen een nestje fok als beide ouderdieren op HD-getest zijn, waarbij een combinatie van HD-A met HD-A/B/C of HD-B met HD-A/B toegestaan zijn.
6. Alleen een nestje fok met ouderdieren die geen erfelijke aandoeningen hebben, diskwalificerende fouten hebben wat betreft de rasstandaard en waarvan het karakter voldoet aan dat wat beschreven wordt in de rasstandaard.
7. Alleen een nestje fok waarbij minimaal één van de ouderdieren aantoonbaar werkgeschikt is, dat wil zeggen dat deze een officiële kwalificatie heeft behaald op een veldwerkwedstrijd, een
SJP-diploma, VJP/HZP of TAN.
8. Beide ouderdieren voldoen aan de rasstandaard, dat wil zeggen dat ze minimaal twee keer een Zeer Goed of Uitmuntend behaald hebben op een FCI gereglementeerde expositie of op een fokgeschiktheidskeuring ‘voldoende’ zijn beoordeeld
9. Pups pas laat vertrekken na de leeftijd van 7 weken als ze deugdelijk ontwormt en beschermt zijn (getiterd en waar nodig geënt), gecontroleerd zijn door de dierenarts, voorzien zijn van een dierenpaspoort en chip (door de Raad van Beheer). Na een enting moeten de pups nog minimaal
7 dagen blijven, voor ze mogen vertrekken.
Eigen aanvullingen
Naast de regels van de EVN heb ik nog een aantal eigen ‘regels’/ideeën over het fokken:
Up-to-date blijven
Kennis is macht, dat wil zeggen dat ik mijn kennis over honden, training/opvoeding en fokken constant blijf updaten door het volgen van cursussen, lezen van boeken en relevante literatuur.
Oudercombinatie
De combinatie van ouder dieren kies ik zo, dat deze leiden tot het behoud van gezondheid,
ras-typische eigenschappen (-bouw/uiterlijk, -karakter, -kwaliteiten) en werkpassie, en resulteert in gezonde, sociale en vooral actieve pups. Echter staat de gezondheid (en onlosmakelijk daarmee verbonden de bouw) ten alle tijden bovenaan, omdat een zieke hond fokken zeker niet de bedoeling is. Om die reden laat ik mijn teven naast de verplichte HD-test ook genetisch testen op alle testbare ziekten via Embark. Daarmee wil ik een positieve bijdrage leveren aan het gezond houden van dit mooie ras, met zijn rastypische zachte karakter en werkpassie.
Socialisatie
(het maken van een start met het) Socialiseren is wat mij betreft een belangrijk aspect van het fokken. Daarom worden de pups in de woonkamer geboren, waar ze kennismaken met allerlei huiselijke geluiden (stofzuiger, rammelende pannen, tv, enz.), geuren (tja, er wordt gekookt, schoongemaakt, etc.) en voorwerpen. Indien de temperatuur het enigszins toelaat wordt er ook kennisgemaakt met het leven buitenshuis (het verkennen van de tuin, de puppyspeeltuin, een vreemde tuin/bos, een ritje met de auto). Een goed begin is het halve werk, daarom wordt er een start gemaakt met de zindelijkheid, het lopen aan de lijn, leren komen op de fluit, apporteren, verder wordt er kennis gemaakt met wild en wanneer de temperatuur het toelaat ook met water.
Elke Durchs Feuer pup zal hier op een positieve manier worden begeleid, dit omdat ‘goed straffen’ zo complex is (qua hardheid/gepastheid en timing) dat er een groot risico is op negatieve effecten. Vanuit mijn studie (psychologie) en ervaring als assistent-trainer en de opvoeding/training van onze eigen honden weet ik dat opvoeden d.m.v. beloning, voldoende rust, begrenzing, managen/voorkomen, negeren van ongewenst gedrag en bijsturen/afleidingen waar nodig bij een Bleu tot het grootste succes zullen leiden vanwege het zachte karakter.
Naamgeving
Iedere fokker in Nederland heeft de vrijheid om de officiële namen voor de pups te kiezen. Hieraan zijn een paar eisen gesteld, zoals het maximum aantal letters (30, inclusief kennelnaam), maar ook dat het niet makkelijk verward mag worden met bestaande kennelnamen en dat afkortingen, cijfers en leestekens (behalve verbindingsstreepje of apostrof) niet toegestaan zijn.
In Frankrijk geldt het “lettre annee principe” (elk jaar heeft een vaste letter, waardoor je aan de stamboomnaam kunt zien in welk jaar de hond/pup geboren is). Zo was 2018 het jaar van de letter O en alle (stamboom)pups die in dat jaar in Frankrijk zijn geboren kregen een naam die startte met de O, zo ook River (Oyat) en haar 10 broers/zussen.
Ik wil graag werken met thema’s: zangers met als pupnaam een songtekst van die zanger. Om echter niet voorbij te gaan aan de Franse traditie, de Franse achtergrond van het ras, en ook om de praktische reden dat pups straks makkelijker deel kunnen nemen aan Franse proeven/shows, ga ik de thema’s combineren met een woord dat begint met de letter van dat jaar. Dit betekent voor eigenaren dat er geen officiële naam gekozen kan worden, maar natuurlijk wel de roepnaam.
Titeren
Na de geboorte drinkt een pup zijn/haar eerste moedermelk. Hierin zitten antistoffen die beschermen tegen ziekmakers. Deze maternale antistoffen (antistoffen meegekregen via de moedermelk) nemen met de tijd af, waardoor de pup de bescherming tegen deze ziekteverwekkers (parvo, hepatitis, hondenziekte) verliest en ziek kan worden. Om die reden worden de meeste pups voor hun vertrek voor het eerst geënt. De snelheid waarmee de maternale antistoffen afnemen is echter per pup verschillend, dit kan tot wel 20 weken duren (gemiddeld 6-12 weken).
Als een pup echter nog maternale antistoffen in het bloed heeft, dan zal een (te vroege) enting niet aanslaan. In dat geval worden er door het lichaam géén antistoffen aangemaakt op basis van de enting (er zijn immers nog maternale antistoffen tegen dat virus) en is een pup onbeschermd zodra de maternale antistoffen dusdanig afgenomen zijn. Omdat het onbekend is (zonder dit te meten) wanneer de maternale antistoffen verdwenen zijn en tegelijkertijd te voorkomen dat een pup onbeschermd is worden pups vaker geënt: het reguliere schema zegt op de leeftijd van 6 weken, 9 weken, 12 weken. Toch kan een pup dus best onbeschermd blijven ondanks de entingen in het geval van een pup die met 12 weken nog maternale antistoffen heeft. In dat geval belemmeren de (nog aanwezige) maternale antistoffen het aanslaan van de 12-weken enting en leiden tegelijkertijd door latere afname ervan tot een onbeschermde pup.
Daarna wordt er volgens het reguliere schema 3-jaarlijks herhaald. Echter kan het best zijn dat een vaccinatie veel langer bescherming biedt en in dat geval is herhalen eigenlijk zinloos, want een enting zal immers niet aanslaan wanneer er nog voldoende antilichamen in het lichaam aanwezig zijn, terwijl er wel risico’s zijn bij het enten (o.a. tijdelijk koorts, misselijkheid, diarree).
Om te voorkomen dat (1) een pup onvoldoende beschermd is na een vaccinatie als gevolg van de aanwezigheid van (afnemende) maternale antistoffen én (2) er niet gevaccineerd wordt als er nog voldoende antistoffen in het bloed zijn, is het mogelijk om te titeren. Door een titerbepaling wordt er in het bloed bepaalt hoeveel antistoffen er nog aanwezig zijn. Hierdoor ontstaan twee situaties:
1. Er zijn nog voldoende antistoffen in het bloed aanwezig, een enting is niet nodig (en zal ook niet aanslaan). De dierenarts zal op basis van de gevonden waarden bepalen wanneer er opnieuw getiterd moet worden op Parvo, Hondenziekte (distemper/ziekte van Carré) en Hepatitis.
2. De hoeveelheid antistoffen in het bloed zijn dusdanig laag/afwezig dat er grote kans is dat de (benodigde) enting aan zal slaan. Wanneer een enting nodig is, dan wordt aangeraden om 4 weken na de enting middels een nieuwe titertest te controleren of deze aangeslagen is en er dus antistoffen in het bloed zijn.
Bij een jonge hond ontwikkelt het immuunsysteem zich echter nog. Daarom wordt aanbevolen om de hond op de leeftijd van 12 maanden opnieuw te titeren, om te bekijken hoe dit zich heeft ontwikkeld. Afhankelijk van de uitslag daarvan zijn de bovenstaande twee situaties van toepassing. De uitslagen van de titer en het advies m.b.t. enten/wanneer er opnieuw getiterd moet worden, worden in het dierenpaspoort genoteerd.
De ziekte van Weil (ook wel leptospirose genaamd) en eventueel kennelhoest moeten echter wel elk jaar worden geënt, omdat deze vaccinaties slechts één jaar bescherming bieden en niet betrouwbaar gemeten kan worden in het bloed. Mocht je de hond ook willen beschermen tegen rabiës (hondsdolheid), dan geldt dat deze vaccinatie 3 jaar werkt én een testresultaat niet geldend is voor een bezoekje aan het buitenland.
Toewijzing en Vertrek
Een pup neem je niet voor even… en een jachthond niet voor een blokje om… Daarom vind ik het heel belangrijk dat mensen zich goed inlezen in/laten informeren over het ras (en het hebben/nemen van een jachthond), en een plan hebben/maken hoe ze de hond gaan combineren met hun dagelijks leven/bezigheden. Niet om belerend te zijn, noch de wet voor te schrijven, maar puur om teleurstellingen bij jullie én frustraties bij de hond/pup te voorkomen. Een Bleu is een actieve hond, die niet alleen lichamelijk zijn uitdaging nodig heeft, maar zeker ook geestelijk!
Gedurende de nestperiode zal op basis van diverse observaties (het “gewone” doen, maar ook diverse testjes) van iedere pup een beeld ontstaan. Dit beeld zal worden gebruikt bij het toewijzen van de pups aan hun nieuwe eigenaren. Hierdoor kan het best passende karakter worden gekoppeld aan eventuele wensen van nieuwe eigenaren.
Elke pup verlaat het ouderlijknest mét koopcontract, alle relevante gezondheidsinformatie (ingevuld dierenpaspoort), de FCI-stamboom afgegeven door de Raad van Beheer op Kynologisch gebied en DNA-certificaat (wanneer ik dat al in mijn bezit heb), een puppyhandleiding met voedingsschema en informatie over verzorging en opvoeding, informatie over beide ouderdieren, en een uitgebreid puppypakket met o.a. voer voor de eerste dagen en een knuffel met nestgeur. Daarmee hoop ik bij te dragen aan een fijne overgang van de nestperiode naar het grote avontuur dat de pup wacht.
Na het vertrek zijn ze wel uit het oog, maar zeker niet uit het hart. Ik zou het dan ook leuk vinden om na het uitvliegen de Durchs Feuer pups/honden te blijven volgen, en de nieuwe baaasjes (24/7) te kunnen helpen met advies.
Ik ben lid van de rasvereniging voor (o.a.) de Epagneul Bleu de Picardie, de Epagneul Vereniging Nederland (EVN). Dit betekent dat ik hun regels die zij in het Verenigings Fokregelement hebben opgenomen opvolg, kort samengevat komt het er op neer dat ik:
1. Een teef niet laat dekken door haar opa, vader, (half)broer, zoon of kleinzoon
2. Een reu kies die minstens 24 maanden oud is
3. Een teef pas laat dekken nadat ze 24 maanden oud is, maar voor 72 maanden (als het haar eerste nest wordt) of 108 maanden (indien ze al eerder een nest kreeg)
4. Minimaal 12 maanden tussen twee nesten (van dezelfde teef) heb zitten
5. Alleen een nestje fok als beide ouderdieren op HD-getest zijn, waarbij een combinatie van HD-A met HD-A/B/C of HD-B met HD-A/B toegestaan zijn.
6. Alleen een nestje fok met ouderdieren die geen erfelijke aandoeningen hebben, diskwalificerende fouten hebben wat betreft de rasstandaard en waarvan het karakter voldoet aan dat wat beschreven wordt in de rasstandaard.
7. Alleen een nestje fok waarbij minimaal één van de ouderdieren aantoonbaar werkgeschikt is, dat wil zeggen dat deze een officiële kwalificatie heeft behaald op een veldwerkwedstrijd, een
SJP-diploma, VJP/HZP of TAN.
8. Beide ouderdieren voldoen aan de rasstandaard, dat wil zeggen dat ze minimaal twee keer een Zeer Goed of Uitmuntend behaald hebben op een FCI gereglementeerde expositie of op een fokgeschiktheidskeuring ‘voldoende’ zijn beoordeeld
9. Pups pas laat vertrekken na de leeftijd van 7 weken als ze deugdelijk ontwormt en beschermt zijn (getiterd en waar nodig geënt), gecontroleerd zijn door de dierenarts, voorzien zijn van een dierenpaspoort en chip (door de Raad van Beheer). Na een enting moeten de pups nog minimaal
7 dagen blijven, voor ze mogen vertrekken.
Eigen aanvullingen
Naast de regels van de EVN heb ik nog een aantal eigen ‘regels’/ideeën over het fokken:
Up-to-date blijven
Kennis is macht, dat wil zeggen dat ik mijn kennis over honden, training/opvoeding en fokken constant blijf updaten door het volgen van cursussen, lezen van boeken en relevante literatuur.
Oudercombinatie
De combinatie van ouder dieren kies ik zo, dat deze leiden tot het behoud van gezondheid,
ras-typische eigenschappen (-bouw/uiterlijk, -karakter, -kwaliteiten) en werkpassie, en resulteert in gezonde, sociale en vooral actieve pups. Echter staat de gezondheid (en onlosmakelijk daarmee verbonden de bouw) ten alle tijden bovenaan, omdat een zieke hond fokken zeker niet de bedoeling is. Om die reden laat ik mijn teven naast de verplichte HD-test ook genetisch testen op alle testbare ziekten via Embark. Daarmee wil ik een positieve bijdrage leveren aan het gezond houden van dit mooie ras, met zijn rastypische zachte karakter en werkpassie.
Socialisatie
(het maken van een start met het) Socialiseren is wat mij betreft een belangrijk aspect van het fokken. Daarom worden de pups in de woonkamer geboren, waar ze kennismaken met allerlei huiselijke geluiden (stofzuiger, rammelende pannen, tv, enz.), geuren (tja, er wordt gekookt, schoongemaakt, etc.) en voorwerpen. Indien de temperatuur het enigszins toelaat wordt er ook kennisgemaakt met het leven buitenshuis (het verkennen van de tuin, de puppyspeeltuin, een vreemde tuin/bos, een ritje met de auto). Een goed begin is het halve werk, daarom wordt er een start gemaakt met de zindelijkheid, het lopen aan de lijn, leren komen op de fluit, apporteren, verder wordt er kennis gemaakt met wild en wanneer de temperatuur het toelaat ook met water.
Elke Durchs Feuer pup zal hier op een positieve manier worden begeleid, dit omdat ‘goed straffen’ zo complex is (qua hardheid/gepastheid en timing) dat er een groot risico is op negatieve effecten. Vanuit mijn studie (psychologie) en ervaring als assistent-trainer en de opvoeding/training van onze eigen honden weet ik dat opvoeden d.m.v. beloning, voldoende rust, begrenzing, managen/voorkomen, negeren van ongewenst gedrag en bijsturen/afleidingen waar nodig bij een Bleu tot het grootste succes zullen leiden vanwege het zachte karakter.
Naamgeving
Iedere fokker in Nederland heeft de vrijheid om de officiële namen voor de pups te kiezen. Hieraan zijn een paar eisen gesteld, zoals het maximum aantal letters (30, inclusief kennelnaam), maar ook dat het niet makkelijk verward mag worden met bestaande kennelnamen en dat afkortingen, cijfers en leestekens (behalve verbindingsstreepje of apostrof) niet toegestaan zijn.
In Frankrijk geldt het “lettre annee principe” (elk jaar heeft een vaste letter, waardoor je aan de stamboomnaam kunt zien in welk jaar de hond/pup geboren is). Zo was 2018 het jaar van de letter O en alle (stamboom)pups die in dat jaar in Frankrijk zijn geboren kregen een naam die startte met de O, zo ook River (Oyat) en haar 10 broers/zussen.
Ik wil graag werken met thema’s: zangers met als pupnaam een songtekst van die zanger. Om echter niet voorbij te gaan aan de Franse traditie, de Franse achtergrond van het ras, en ook om de praktische reden dat pups straks makkelijker deel kunnen nemen aan Franse proeven/shows, ga ik de thema’s combineren met een woord dat begint met de letter van dat jaar. Dit betekent voor eigenaren dat er geen officiële naam gekozen kan worden, maar natuurlijk wel de roepnaam.
Titeren
Na de geboorte drinkt een pup zijn/haar eerste moedermelk. Hierin zitten antistoffen die beschermen tegen ziekmakers. Deze maternale antistoffen (antistoffen meegekregen via de moedermelk) nemen met de tijd af, waardoor de pup de bescherming tegen deze ziekteverwekkers (parvo, hepatitis, hondenziekte) verliest en ziek kan worden. Om die reden worden de meeste pups voor hun vertrek voor het eerst geënt. De snelheid waarmee de maternale antistoffen afnemen is echter per pup verschillend, dit kan tot wel 20 weken duren (gemiddeld 6-12 weken).
Als een pup echter nog maternale antistoffen in het bloed heeft, dan zal een (te vroege) enting niet aanslaan. In dat geval worden er door het lichaam géén antistoffen aangemaakt op basis van de enting (er zijn immers nog maternale antistoffen tegen dat virus) en is een pup onbeschermd zodra de maternale antistoffen dusdanig afgenomen zijn. Omdat het onbekend is (zonder dit te meten) wanneer de maternale antistoffen verdwenen zijn en tegelijkertijd te voorkomen dat een pup onbeschermd is worden pups vaker geënt: het reguliere schema zegt op de leeftijd van 6 weken, 9 weken, 12 weken. Toch kan een pup dus best onbeschermd blijven ondanks de entingen in het geval van een pup die met 12 weken nog maternale antistoffen heeft. In dat geval belemmeren de (nog aanwezige) maternale antistoffen het aanslaan van de 12-weken enting en leiden tegelijkertijd door latere afname ervan tot een onbeschermde pup.
Daarna wordt er volgens het reguliere schema 3-jaarlijks herhaald. Echter kan het best zijn dat een vaccinatie veel langer bescherming biedt en in dat geval is herhalen eigenlijk zinloos, want een enting zal immers niet aanslaan wanneer er nog voldoende antilichamen in het lichaam aanwezig zijn, terwijl er wel risico’s zijn bij het enten (o.a. tijdelijk koorts, misselijkheid, diarree).
Om te voorkomen dat (1) een pup onvoldoende beschermd is na een vaccinatie als gevolg van de aanwezigheid van (afnemende) maternale antistoffen én (2) er niet gevaccineerd wordt als er nog voldoende antistoffen in het bloed zijn, is het mogelijk om te titeren. Door een titerbepaling wordt er in het bloed bepaalt hoeveel antistoffen er nog aanwezig zijn. Hierdoor ontstaan twee situaties:
1. Er zijn nog voldoende antistoffen in het bloed aanwezig, een enting is niet nodig (en zal ook niet aanslaan). De dierenarts zal op basis van de gevonden waarden bepalen wanneer er opnieuw getiterd moet worden op Parvo, Hondenziekte (distemper/ziekte van Carré) en Hepatitis.
2. De hoeveelheid antistoffen in het bloed zijn dusdanig laag/afwezig dat er grote kans is dat de (benodigde) enting aan zal slaan. Wanneer een enting nodig is, dan wordt aangeraden om 4 weken na de enting middels een nieuwe titertest te controleren of deze aangeslagen is en er dus antistoffen in het bloed zijn.
Bij een jonge hond ontwikkelt het immuunsysteem zich echter nog. Daarom wordt aanbevolen om de hond op de leeftijd van 12 maanden opnieuw te titeren, om te bekijken hoe dit zich heeft ontwikkeld. Afhankelijk van de uitslag daarvan zijn de bovenstaande twee situaties van toepassing. De uitslagen van de titer en het advies m.b.t. enten/wanneer er opnieuw getiterd moet worden, worden in het dierenpaspoort genoteerd.
De ziekte van Weil (ook wel leptospirose genaamd) en eventueel kennelhoest moeten echter wel elk jaar worden geënt, omdat deze vaccinaties slechts één jaar bescherming bieden en niet betrouwbaar gemeten kan worden in het bloed. Mocht je de hond ook willen beschermen tegen rabiës (hondsdolheid), dan geldt dat deze vaccinatie 3 jaar werkt én een testresultaat niet geldend is voor een bezoekje aan het buitenland.
Toewijzing en Vertrek
Een pup neem je niet voor even… en een jachthond niet voor een blokje om… Daarom vind ik het heel belangrijk dat mensen zich goed inlezen in/laten informeren over het ras (en het hebben/nemen van een jachthond), en een plan hebben/maken hoe ze de hond gaan combineren met hun dagelijks leven/bezigheden. Niet om belerend te zijn, noch de wet voor te schrijven, maar puur om teleurstellingen bij jullie én frustraties bij de hond/pup te voorkomen. Een Bleu is een actieve hond, die niet alleen lichamelijk zijn uitdaging nodig heeft, maar zeker ook geestelijk!
Gedurende de nestperiode zal op basis van diverse observaties (het “gewone” doen, maar ook diverse testjes) van iedere pup een beeld ontstaan. Dit beeld zal worden gebruikt bij het toewijzen van de pups aan hun nieuwe eigenaren. Hierdoor kan het best passende karakter worden gekoppeld aan eventuele wensen van nieuwe eigenaren.
Elke pup verlaat het ouderlijknest mét koopcontract, alle relevante gezondheidsinformatie (ingevuld dierenpaspoort), de FCI-stamboom afgegeven door de Raad van Beheer op Kynologisch gebied en DNA-certificaat (wanneer ik dat al in mijn bezit heb), een puppyhandleiding met voedingsschema en informatie over verzorging en opvoeding, informatie over beide ouderdieren, en een uitgebreid puppypakket met o.a. voer voor de eerste dagen en een knuffel met nestgeur. Daarmee hoop ik bij te dragen aan een fijne overgang van de nestperiode naar het grote avontuur dat de pup wacht.
Na het vertrek zijn ze wel uit het oog, maar zeker niet uit het hart. Ik zou het dan ook leuk vinden om na het uitvliegen de Durchs Feuer pups/honden te blijven volgen, en de nieuwe baaasjes (24/7) te kunnen helpen met advies.